SchoolpleinNoord

Start hier je loopbaan

  • Maak een profiel aan
  • Ontvang dagelijks de nieuwste vacatures via de Jobalert
PROFIEL AANMAKEN

of

inloggen in je profiel

MBO een unieke werkomgeving

Werken in het middelbaar beroepsonderwijs verschilt op enkele punten behoorlijk van het werken in het basis- of voorgezet onderwijs.

Nadruk op beroepsontwikkeling

Het werken als onderwijsprofessional in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) verschilt op enkele punten behoorlijk van het werken in het basisonderwijs of in het voortgezet onderwijs.

Het betreft hier een onderwijssoort dat allereerst gericht is op het leren van – of bijscholen in - een beroep op verschillende niveaus van uitoefening. Het gaat om jongeren én volwassenen en om beroepsgerichte én algemene vakken. Kern van het werken in het mbo is de focus op beroepsontwikkeling en het goed kunnen vormgeven aan de leeromgeving die jongeren en volwassenen hierbij nodig hebben. Het gaat vooral om mensenwerk. De uitdaging ligt in het wendbaar omgaan met niveauverschillen, motivatie, verschillende leerroutes. Het mbo-onderwijs is naast het leren van een beroep ook gericht op doorgroei in dit beroep, en op persoonlijke ontwikkeling en burgerschap. De Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) noemt vier wettelijke taken: verzorgen van beroepsonderwijs, faciliteren de doorstroom naar het hoger onderwijs, burgerschapsvorming en loopbaanontwikkeling (LOB).

Het mbo kent onderwijsprofessionals met verschillende achtergronden. Een deel daarvan komt binnen met een tweedegraads lerarenopleiding zoals Nederlands, Engels, wiskunde, maatschappijleer, omgangskunde, gezondheidszorg & welzijn of pedagogiek, technisch beroepsonderwijs, consumptieve techniek. Een groot deel komt binnen vanuit ervaring in de beroepspraktijk, denk aan kapper, bakker, vormgever, laborant, aannemer, fietsmonteur, enz.

Voor veel van dit soort beroepen bestaat geen lerarenopleiding; om die beroepen te doceren is er de zij-instroomroute gericht op het pedagogisch-didactische getuigschrift, zie Wat is een PDG-traject? | Het Onderwijsloket. Als ondersteuner van de mbo-docent zijn er opleidingen op niveau 4 (instructeur) en op niveau 5 (Associate Degree).

Een dynamische sector

Het mbo is een dynamische sector; juist vanwege de veelheid aan beroepen en de snelle ontwikkelingen die daar plaatsvinden. Beroepspraktijkvorming (BPV) is een belangrijk aspect van het mbo en daartoe wordt nauw samengewerkt met het bedrijfsleven en instellingen. Wat de mbo-student moet kennen wordt aangetoond in het kwalificatiedossier dat mede is bepaald door het SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven). De complexiteit van de sector ligt in het grote aantal opleidingen, de kwalificatiestructuur en daarbij horende examineringseisen, de regionale samenwerking, de vier opleidingsniveaus (entree, niveau 2, 3 en 4) en de verschillende leerwegen (BOL- meer op school) en BBL (meer in de praktijk). En dan zijn veruit de meeste mbo-instellingen ook nog vrij groot van omvang met meerdere locaties.

Dit maakt het mbo weliswaar geen onderwijssector die in een oogopslag kraakhelder in elkaar steekt, maar zeker een met veel dynamiek en met een prachtige gevarieerde werkomgeving voor onderwijsprofessionals.

Meer weten over het mbo? Zie Canon beroepsonderwijs - ECBO

Heb je vragen?

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel, neem dan gerust contact op met SchoolpleinNoord via info@schoolpleinnoord.nl.